Het Leiden van... Erwin Roodhart
Erwin Roodhart werkte voorheen bij Centrummanagement Leiden en heeft onlangs de overstap gemaakt naar de functie van Manager Stadsbreed bij Ondernemend Leiden, waarbij hij zijn blik richt op de stad als geheel. Aan Cultuurfonds Leiden vertelt Erwin over zijn werk, zijn dromen voor Leiden en zijn favoriete plekken in de stad.
‘Ik denk in mijn werk altijd aan de hele ‘visitor journey’ die een bezoeker aan de stad maakt, vanaf het moment dat hij thuis bedenkt om naar Leiden te gaan totdat hij terugkomt. Die reis moet compleet zijn, de bezoeker denkt niet in hokjes of buurten. Het integreren van alle elementen waaruit de reis bestaat is een kunst.’
Nieuwe Rijn
‘Daar voel ik me op mijn gemak. Het decor daarvan met het water, de terrassen, de Koornbrug en het stadhuis is al fantastisch en het wisselende gebruik maakt het extra bijzonder: soms een dag waarop er niks
georganiseerd wordt en je kunt genieten van een kopje koffie op het terras met uitzicht op de langsvarende bootjes. Kom je op zaterdag dan is iedereen druk in de weer om inkopen te doen op de oudste markt van Nederland. En regelmatig zijn er leuke festivals die perfect passen bij het decor zoals Gouden Pet en de ijsbaan en kerstmarkt.'
Burgsteeg en omgeving
‘De ingang naar de Burgsteeg en het hele stuk daarachter verrassen me iedere keer opnieuw. Vanaf daar kom je opeens in een oase van rust terecht, midden in de stad. Je zult er maar mogen wonen. We zouden het een keer een heel weekend moeten afsluiten en daar een boekenfestival of iets dergelijks organiseren.’
Het Gerecht
‘Die plek heeft zoveel historie: het is waar Rembrandt op school heeft gezeten en waar mensen vroeger berecht werden. Het Suppiershuysje is een plek waar je even rustig kunt gaan zitten en niet altijd doorhebt dat je in Leiden bent. Heerlijke broodjes, de koffie is altijd goed en als je daar een jus d’orange krijgt is hij vers: je hoort hem geperst worden.’
Leiden vanaf het water
‘We wonen in de Burgemeesterswijk en hebben een klein bootje waarmee we zo richting het Plantsoen varen. Dat biedt heel veel vrijheid. Studenten liggen er te chillen, mensen barbecueën, kinderen spelen in het water: zo moet het leven zijn.’
Cronesteyn
‘Ieder seizoen is het weer anders. Ik maak altijd hetzelfde rondje met de hond en het is altijd mooi, al mag de rest van de A4 best onder de grond. Bij de Tuin van de Smit kun je leuk een bakkie doen, daar gaan we ook maar door met toffe dingen bedenken.’
Jij kent ieder hoekje van de stad maar moet ook met de frisse blik van een bezoeker kunnen kijken. Hoe doe je dat?
‘Ik doe veel inspiratie op in andere steden, al is mijn gezin daar niet altijd blij mee. In mijn telefoon staan bijvoorbeeld foto’s van prullenbakken, evenementen, plantenbakken, bijzondere gebouwen en bewegwijzering tussen de ‘gewone’ vakantiefoto’s. Dat is beroepsdeformatie, dat gaat er niet uit. Daarnaast zit ik met veel centrummanagers uit andere steden in een appgroep die we (heel arrogant) ‘De Verschilmakers’ noemen. We delen ervaringen, irritaties, vergezichten: daar leer ik heel veel van.’
Welke stad vind je inspirerend?
‘Barcelona laat zich heel duidelijk zien als culturele stad en is heel laagdrempelig voor bezoekers. Qua infrastructuur zit het super interessant in elkaar, op dezelfde dag kun je bovenop een berg staan en aan het strand liggen. Daar word je verrast door een mix van cultuur, historie, veel groen en veiligheid.’
Zijn er dingen die je nog mist in Leiden?
‘Vanaf het water zie je allerlei gebouwen waar je het liefst bovenop zou klimmen, dat zou moeten kunnen voor iedereen. Op de Pieterskerk bijvoorbeeld, of de Sterrewacht. Vanaf daar kun je de hele stad zien. Ik pleit voor een openbare plek waar mensen de stad kunnen overzien, wellicht de Nuontoren bij het nieuwe Energiepark.
Verder ben ik supertrots op hoe hard er gewerkt wordt aan het Singelpark. Daarbij is gezegd: we gaan verbindingen maken. Dat zou ook buiten het centrum moeten gebeuren. Erzijn veel goede losse initiatieven, maar waarom niet volgens zo’n singelstructuur? Een soort Pieterpad, maar dan rond de stad.’
Zie je daarin ook een rol weggelegd voor de cultuursector?
‘Met cultuur kun je verschil maken tussen een twinkeling in de ogen en echt stralen, ook op plekken die nu al mooi zijn. Ik ben heel blij dat het Lucas van Leydenfonds er is om cultuur een blijvende plek te geven. Bijvoorbeeld door beelden te plaatsen op pleinen, rotondes maar ook kunst waar je op of in kan klimmen zoals een gigantische glijbaan op de Lammermarkt. Zo kun je kunst echt omarmen. Dat gebeurt in deze stad al met kennis, cultuur mag daar ook een belangrijke rol in hebben. Cultuur moet buiten de muren plaatsvinden, zo wordt het onderdeel van de stad.’
.jpg)