13 september 2019,

25 jaar Kunstroute: In gesprek met projectleider Resi van der Ploeg

Een heel weekend waarin de kunst op iedere Leidse straathoek ligt. Dat is de Kunstroute, die op 21 en 22 september haar 25e editie beleeft. Resi van der Ploeg is namens Museum de Lakenhal projectleider van de route, een taak die haar bijna het hele jaar bezighoudt. Tussen alle drukte door een gesprek over 25 jaar Kunstroute, het veranderende kunstlandschap in de stad en de kansen die de komende jaren opgepakt moeten worden.

’25 jaar geleden is de Kunstroute begonnen op initiatief van kunstenaar Frank Kappé, op Haagweg 4. Destijds met 46 deelnemers, dat zijn er nu 165. Het was meteen heel succesvol en werd door zowel publiek als kunstenaars erg gewaardeerd. Ook het Centrum Beeldende Kunst dat we toen nog hadden was gecharmeerd. Zij hebben de organisatie overgenomen en toen het CBK werd opgeheven is de Kunstroute bij Museum de Lakenhal terecht gekomen. Een bijzondere gelegenheid om meer werk van hedendaagse beeldende kunstenaars te presenteren in de stad. Daar is in Leiden niet zoveel ruimte voor, dus het komt echt uit ons hart om dit eens per jaar te regelen.’

In de 25 jaar dat de Kunstroute bestaat is de beleving van kunst enorm veranderd. Hoe houden jullie dat bij?

‘Daar zijn we zeker mee bezig, maar we kiezen bewust niet voor  de ‘festivallisering’ van de Kunstroute. In de loop der jaren kwamen er steeds meer aanvragen van theatergezelschappen en andere makers die ook een plekje op de route wilden maar het gaat om beeldende kunst en dat blijft zo. ‘

Hoe maak je in een stad vol kunst een goede selectie aan deelnemers?

‘De route groeide in het verleden alsmaar en begon uit zijn voegen te barsten. Heel veel meer deelnemers bleek voor het publiek niet te doen, voor de organisatie werd het teveel en voor de professionele kunstenaars is het belangrijk dat de kwaliteit voorop staat. We hebben daarom besloten om het goed te kaderen: het is voor Leidse kunstenaars, galeries, kunstenaarsinitiatieven en het is voor professionals. We moedigen het wel aan dat niet-professionele kunstenaars hun deuren open zetten. Hoe meer reuring in de stad hoe beter, maar de mensen die wij officieel communiceren zijn professionals.’

Het kunstlandschap in de stad is in de afgelopen 25 jaar enorm veranderd. Hoe merken jullie dat als organisatie?

‘In 1994 was ik zelf nog deelnemer en toen waren er relatief gezien meer presentatieplekken in de stad. Dat laatste is alleen maar afgenomen. Het CBK is weggevallen, galeries zijn verdwenen, Scheltema presenteert geen kunst meer en het oude postkantoor is er niet meer. Daarom is het voor kunstenaars nu nog belangrijker om tijdens de Kunstroute een bijzonder project te presenteren.

De laatste jaren zijn er veel jonge makers bijgekomen waar ik heel blij mee ben, zeker omdat er geen kunstacademie in de stad is. Houden we dat vol of is het straks één grote groep 55+ers? Daar heb ik niks tegen natuurlijk, maar je wilt ook vernieuwing en verjonging. In een stad als Den Haag zijn de voorwaarden voor jonge kunstenaars veel beter. Meer atelierruimtes, meer mogelijkheden voor presentatie en meer mogelijkheden om geld te krijgen. Ik ben weleens bang geweest dat alle kunstenaars die in Leiden geboren zijn zouden vluchten naar Den Haag en Rotterdam omdat de omstandigheden daar beter zijn. Door de inzet van verschillende partijen worden jonge makers gesteund en gestimuleerd. De gemeente is meer betrokken bij het beschikbaar stellen van ruimte en zo wordt de boel hopelijk weer een beetje rechtgetrokken.’

Wat moet er de komende jaren gebeuren om te zorgen dat die positieve beweging doorzet?

‘Wat ik persoonlijk graag zou zien is dat kunst en wetenschap structureel verankerd raken. Daar liggen heel veel kansen die we nog niet voldoende pakken als stad. Daarom kijk ik uit naar Leiden als European City of Science in 2022, daar ligt een enorme kans voor kunstenaars om zich te profileren. Niet alleen in de beta-wetenschap maar juist ook in de alfa-wetenschappen die in onze stad zo aanwezig zijn. Ik denk dat heel veel kunstenaars zich daar allang toe verhouden, ook al hebben ze het niet altijd door. Kunstenaars zijn verhalenvertellers die hun bronnen vaak uit wetenschappelijke hoek halen. Misschien wordt het tijd om daar eens wat beter over na te gaan denken.’

Zijn er speciale evenementen om het jubileum te vieren of wordt het een Kunstroute als altijd?

‘We hebben sowieso een jubileumeditie van het routeboekje met veel ruimte voor de individuele kunstenaars – zonder meer een collector’s item. Voor het eerst sinds jaren is het startpunt weer bij Museum de Lakenhal. Bezoekers kunnen op vertoon van het boekje tussen 10:00u en 12:00u gratis het museum in, daarna willen we dat ze de stad in gaan. Verder is op Haagweg 4, waar de Kunstroute ooit begonnen is, een tentoonstelling over de afgelopen 25 jaar met de posters uit die tijd. We missen drie jaren. Die moeten ergens in het Leidse archief liggen maar niemand weet waar. Wij hebben de mankracht niet om dagen te grasduinen dus dat wordt een prijsvraag.’

Hoe beleef jij zelf het weekend van de Kunstroute?

‘Oh, heerlijk. Het is een grote eer om dit te mogen doen. Vaak ben ik als eerste op de hoogte van wat er in de stad broeit, vaak ook dingen die ik helemaal niet in de gaten had. Dat zijn cadeautjes die ik in dat weekend mag uitpakken. Ik rijd het hele weekend rond op de fiets om overal mijn gezicht te laten zien, foto’s te maken en te twitteren als een razende reporter. Daarnaast ben ik ook nog distributeur van de routeboekjes. Twee grote fietstassen en een bagagedrager vol, je ziet mij als een pakezel door de stad sjezen. Daarna ben ik kapot maar heel voldaan.’

 

De Kunstroute vindt plaats op 21 en 22 september en is gratis toegankelijk. Kijk hier voor alle deelnemers en meer informatie. 

Sophie Jansen